Lahringen

Hij kwam uit Harlingen, Simon Vestdijk. En hij wordt dan ook op verschillende manieren geëerd en herdacht in een straatnaam, de naam van een school of een standbeeld.
Verstopt achter deze Bibliotheekbus staat zijn alter ego: Anton Wachter, de hoofdpersoon uit de Anton Wachter-reeks. Acht boeken die grotendeels spelen in Lahringen – verbastering van Harlingen. Terug tot Ina Damman is het bekendste, over de middelbare school-jaren van een verlegen, teruggetrokken puber.

Hoek Voorstraat – Sint Jacobstraat, Harlingen. Beeld van Suze Boschma-Berkhout, 1973.

Jongens waren we…

Jongens waren we – maar aardige jongens. Al zeg ik ’t zelf.
De beroemde openingszin van Nescio’s Titaantjes.
In het Oosterpark zijn de jongens vereeuwigd.

Wij waren boven de wereld en de wereld was boven ons en drukte zwaar op ons. Wij waren arm. Bekker en ik moesten ’t grootste deel van onzen tijd op kantoor doorbrengen en doen wat die heeren zeiden en hun domme opinies aanhooren. (…)
O, wij namen wraak, wij leerden talen, waarvan zij de namen nooit gehoord hebben en wij lazen boeken waar zij niets van konden begrijpen, wij doorleefden gevoelens waarvan zij het bestaan niet vermoedden. ’s Zondags liepen wij uren en uren ver over wegen, waar zij nooit kwamen, en op kantoor dachten wij aan de slootjes en de weilanden die wij gezien hadden en terwijl de heeren ons bevalen dingen te doen waarvan wij ’t nut niet begrepen, dachten wij er aan hoe Zondagavond de zon was ondergegaan achter Abcoû.” (hoofdstuk 2)

Hans Bayens maakte het beeld als eerbetoon aan Nescio, pseudoniem van Jan Hendrik Frederik Grönloh (1882-1961). De jongens Bavink, Hoyer en Koekebakker hangend op een bankje die het Oosterpark overzien. Ze bekijken net zoals hun bedenker de personen die door het park lopen. Het oorspronkelijke beeld, door Grönlohs weduwe onthuld in 1971, werd in 1985 gestolen, maar in 1988 werd een nieuw afgietsel geplaatst.

Bommel in Bommel

Het is een beetje vergezocht, want wat heeft Ollie B. Bommel te maken met het plaatsje Bommel? Niets eigenlijk. Marten Toonder komt er niet vandaan. De verhalen spelen zich daar niet af. Alleen de naam. En daarom staat Bommel in Bommel.

Heer Olivier B. Bommel, Koningin Emmaplein, Den Bommel.
Het oorspronkelijke beeld, van beeldhouwer André Henderickx uit 1964, was van chamotteklei.
Toen de broer van de beeldhouwer jaren later zag dat het beeld was vervallen, besloot hij het te vervangen door een beeld van brons. Om de benodigde fondsen te werven richtte hij het Genootschap Heren van Stand op. In 1997 werd het bronzen beeld onthuld. Het oude beeld bleef in Den Bommel en het staat in de openbare basisschool Ollie B. Bommel.

Reynaertstad Hulst

Het was rond de pinksterdagen,
Bossen, kreupelhout en hagen
waren met groen loof bevlagd.
Koning Nobel had bedacht
dat Zijn Hof bijeen moest komen.
Op die mare kwamen stromen
grote dieren, kleine dieren
naar de Nobelse kwartieren:
Heel Zijn Volk uit veld en bos,
op één na: Reinaert de Vos.

(Eerste strofe uit Van den vos Reynaerde, hertaling: Ernst van Altena)

In het dierenrijk houdt koning Nobel hofdag. Bijna alle dieren klagen over de kwade streken van Reynaert de vos. Na rijp beraad wordt de vos ter dood veroordeeld. Terwijl Bruun de beer, Tibeert de kater en Isengrijn de wolf de galg al oprichten, weet de listige Reynaert koning Nobel met een subliem verhaal te overtuigen van zijn onschuld. De koning spreekt Reynaert vrij, maar de wrede vos maakt direct nieuwe slachtoffers en laat koning Nobel en zijn hof verslagen achter.

Dit Reynaertmonument staat in Hulst (Zeeuw-Vlaanderen) net buiten de Gentse Poort. Ontwerp van Anton Damen, 1938.

Het verhaal van de Vos Reynaerde is gesitueerd rondom Hulst in Zeeuws-Vlaanderen. Hulst noemt zich dan ook met trots de Reynaertstad. Sommige locaties uit de fabel zijn duidelijk terug te voeren op bestaande plekken, waaronder Hulsterlo (Nieuw-Namen), Absdale (ten westen van Hulst) en Elmare, de uithof van de Sint-Pietersabdij ten zuiden van IJzendijke. Het is duidelijk dat de schrijver dit gebied goed kende. Waarschijnlijk was hij zelf afkomstig uit deze streek.

Het ‘Beduimelde boek’ staat naast de kerk op het Grote Markt. Op het beeld de tekst:

Den Coninck Lion gebiedt alle Dieren
t’ sijnen Hove te komen, alwaer
Reynaert wort van Isegrim

eerst beschuldight

bedietsel
Die wel wilt oordelen
moet beyde de Partijen hooren,
want dickwyls de een niet min
als d’ander schuldigh is


Beeld van Luc Ingels, 2005

Maigret in Holland

De beroemde Franse commissaris Maigres is geboren in Nederland, om precies te zijn in Delfzijl.
In de Volkskrant lees ik het verhaal van zijn geboorte. Georges Simenon zeilt in 1929 langs de kust van Nederland en krijgt pech. Hij vaart naar de dichtstbijzijnde haven in Delfzijl. De reparatie neemt enige tijd in beslag en in die tijd bedenkt en schrijft Simenon zijn eerste detective: Maigret en de onbekende wreker.
Ter gelegenheid van de duizendste ‘Zwarte Beertjes’-uitgave schonk uitgeverij Bruna een beeld van Jules Maigret aan Delfzijl. Het beeld, gemaakt door Pieter d’Hont, staat op de plaats waar vroeger een boerderij stond die een belangrijke rol speelt in Maigret in Holland.

Op het fotootje in de krant lijkt het alsof Maigret een boek vast heeft. Maar daar was de wens  waarschijnlijk de vader van mijn gedachte. Eenmaal in Delfzijl zie ik dat hij natuurlijk zijn beroemde pijp in zijn hand heeft.
Geen beeld met boek dus, maar wel een zeer beroemd personage uit een boek. 

Het beeld, aan het Damsterdiep, werd op 3 september 1966 onthuld door Simenon, in het bijzijn van vier acteurs die elk in een ander land in een televisieserie of bioscoopfilm gestalte gaven aan Maigret. Ter gelegenheid van deze feestelijke onthulling ondertekende de burgemeester van Delfzijl een uittreksel van de burgerlijke stand, waarin verklaard wordt dat Jules Maigret op 45-jarige leeftijd geboren is in Delfzijl, op 23 februari 1929, en dat zijn vader Georges Simenon is en zijn moeder onbekend.

Hieronder het boek van Maigret, tegenover het station waar Maigret aankwam, overgekomen uit Parijs om de moord in Maigret in Holland op te lossen.

De vader van Ot en Sien

Roden, in het noorden van Drenthe, is het dorp van Ot en Sien. Hindericus Scheepstra was een van de twee schrijvers van de verhalen van deze buurkindertjes. Hij werd in 1859 geboren in Roden en wordt daar geëerd met een standbeeld van Kiki Meyer. 

Iets verderop op de Brink staan de twee buurkindertjes.

Magere beeldenvangst

Dit weekend was ik in het Noorden des lands. Op weg naar Groningen ben ik uitgestapt in Assen. Daar had ik drie lezende beelden gegoogeld. Helaas was de beeldenvangst nogal mager. Twee beelden stonden niet meer op hun plaats en het derde beeldje, midden op de Brink, stond er wel, maar was omgeven door zandhopen en bouwpuin. De Brink werd helemaal opnieuw geplaveid. Tussen de bouwwerkzaamheden door kon ik gelukkig nog een acceptabel fotootje maken.

Dan nog maar een foto van Bartje. Weliswaar geen lezend beeldje, maar wel een boekenbeeldje, naar het boek Bartje  van Anne de Vries.

“Ik bid niet veur brune bonen.”
Bronzen beeldje van Suze Boschma-Berkhout, 1982.

Naar het originele kalkstenen beeldje van Bartje uit 1954