Boekenstalletjes

Ik vond dan weliswaar geen boekwinkels en bibliotheken in Ljubljana, wel stonden hier en daar leuke boekenstalletjes langs de rivier Ljubljanica. Knjiga te koop voor 1 euro!

Narodna knjižnica

Dit is de Nationale Bibliotheek van Slovenië.


In het boek Bücherorte lees ik dat Ljubljana de titel heeft van UNESCO City of Literature. Dit was een van de redenen om Slovenië te kiezen als vakantiebestemming. In het boek wordt uitgelegd dat er in de afgelopen jaren veel boekenbeurzen en boekendagen zijn georganiseerd en dat er vooral veel aandacht is voor jeugdliteratuur en dat lezen in gezinnen sterk wordt gepromoot.
Ik verwachte dan ook op iedere hoek van de straat een boekwinkel of bibliotheek te vinden. Helaas…

Een van de weinige bibliotheken die ik gezien heb, is de Nationale Bibliotheek. Het is geen bijzonder gebouw. Wel kenmerkend zijn de ramen, die de vorm hebben van een opengeslagen boek.

Van binnen is het somber. De trap en een kleine expositieruimte is het enige toegankelijke deel voor bezoekers, als niet-lid mag je helaas de leeszaal niet bezoeken.

Ik heb wel redelijk wat boekwindeltjes gevonden in de stad, maar in al deze winkels werden voornamelijk kinderboeken verkocht. Het klopt dus wel dat er veel aandacht is voor jeugdboeken.
Maar waar de volwassenen hun leesvoer vandaan halen weet ik niet. Ik heb niet een boekwinkel gevonden met een goed gesorteerde afdeling Literatuur en ook de gewone bibliotheken leken in Ljubljana een goedbewaard geheim 🙁

Prešeren, de grote held van Slovenië

De vakantie is begonnen, en daarmee de jacht op boekenbeelden. Op het centrale plein in Ljubljana staat France Prešeren, met een boek in zijn hand. Ik had nooit van deze man gehoord, maar hij is de grote held van Slovenië. Hij wordt gezien als de grootste Sloveense dichter en speelde een belangrijke rol in de beweging voor zelfbeschikking van Slovenië.
Hij wordt alom geprezen en geëerd: In Ljubljana dus een groot Prešeren-monument. Talloze straten, scholen en bibliotheken zijn naar hem vernoemd. Het biljet van 1000 tolar droeg de beeltenis van France Prešeren en de twee-euromunt draagt nu zijn profiel, en sinds 1989 is zijn gedicht Zdravljica het officiële volkslied van de Sloveense republiek.

France Prešeren (1800-1849), op het Prešernov trg in Ljubljana.

Ook in verhalen die in Slovenië spelen, kom ik Prešeren steeds tegen.
Paolo Coelho schrijft in zijn boek Veronica besluit te sterven:
“Op een middag liep ze langs het standbeeld van Prešeren, de grote Sloveense dichter. Ze dacht na over het leven van die man. Hij was vierendertig geweest toen hij op een dag een kerk inliep en er een meisje zag, een tiener nog, op wie hij hopeloos verliefd werd. Als een oude minstreel begon hij Julia Primic, zoals ze heette, gedichten te schrijven, in de hoop haar eens te kunnen trouwen. 
Het toeval wil dat Julia tot een deftige bourgeois familie behoorde, en afgezien van die ene keer in de kerk lukte het Presens nooit meer om in haar nabijheid te komen. Die toevallige ontmoeting inspireerde hem wel tot zijn beste verzen en schiep de legende rondom zijn figuur. Op het kleine stadsplein van Ljubljana staat het standbeeld van de dichter. Zijn ogen zijn strak op één punt gericht: wie zijn blik volgt, ontdekt aan de overkant van het plein een gezicht van een vrouw die is uitgehouwen in de muur van een van de huizen. Daar woonde Julia. Zelfs na zijn dood behoudt Prešeren tot in de eeuwigheid uitzicht op zijn Onmogelijke Liefde.”

En ook Peter Vermeersch beschrijft in zijn boek Ex, de liefde voor Julija:
“Toen ik zojuist hier aankwam om op Anja te wachten, op het zonnige plein naast Tromostovje, de Drie Bruggen, waande ik me op een perfecte citytrip, een tot leven gekomen vakantiefoto in een glanzend magazine. Ik zag overvolle terrassen naast een pannenkoekenkraam, hoorde de beat van Lady Gaga op de achtergrond, en boven de mensen torende het standbeeld van een negentiende-eeuwse nationale dichter: France Prešeren.
‘France Prešeren was een wrak’ zegt Anja. ‘Hij was aan de drank, scheet en piste in z’n broek en was depressief. Maar hij heeft de prachtigste poëzie geschreven die ik ken. Wanneer ik zijn Sonnetten voor Julija lees, dan springen de tranen me in de ogen. Wat een ongelukkige liefde: hij hield van Julija, zij liet hem stikken.’”