Lezen in de modeltrein

Het heeft in 50 jaar niet zo veel geregend in Zwitserland. We moeten deze vakantie dus op zoek naar overdekte activiteiten. We treinen van chocoladefabriek en kaasmakerij naar museum en overdekte winkelgalerij. In Luzern doen we het Verkehrshaus aan, met levensgrote vliegtuigen en piepkleine modeltreintjes. Ik kan het niet laten om van het lezende echtpaar in de Trans Europ Express een fotootje te nemen.

Genève, stad van de uurwerken én van ‘het woord’

We doen een dagje Genève. Stad waar mijn opa horloges leerde maken. En niet zomaar horloges, nee, hij zat echt op de school van Patek Philippe.
Het is leuk om door de Rue de Rhône te lopen en al die dure zaken te zien. Maar stiekem kom ik natuurlijk voor de lezende beelden. Mijn broer kwam deze winter dit beeld op het spoor: L’immigré van Ousmane Sow uit Dakar. ‘Clandestins: afin que leur silence devienne parlant’.

En wie schetst mijn verbazing als ik Jean Jacques Rousseau zie met boek en pen. Ik associeer hem met Frankrijk, niet met Zwitserland. Maar via Google lees ik dat zijn wieg in Genève heeft gestaan; zijn vader was, jawel, horlogemaker. Tot z’n 16e jaar heeft hij er gewoond. Daarna is hij vertrokken.
Het was even zoeken naar een goed standpunt, andere gezichtspunten brengen het standbeeld misschien beter in beeld, maar ik wilde natuurlijk de beroemde klok van Patek Philippe wel op de achtergrond.

En natuurlijk kan het beroemde beeld van Calvijn en zijn kornuiten niet ontbreken in deze Genève-verzameling. Heren met een boek. Als ‘lezen’ en ‘het woord’ voor een stroming belangrijk was, was het wel voor de reformatie. In de ‘Mur des Réformateurs’ zijn de mannen te zien die een belangrijke rol speelden in de reformatie: Guillaume Farel, Johannes Calvijn, Théodore de Bèze en John Knox.

Lezend mannetje

Dagje Deventer. In de wijk Diepenveen weet ik een beeldje.
Het blijkt voor de ingang van een seniorenflat te staan. Een beetje schutterig voel ik me altijd, als ik m’n toestel pak op een plek die niet direct een toeristische trekpleister is.

‘Goedemiddag’, knik ik tegen de meneer die z’n sleutel pakt om naar binnen te gaan.
‘Mag ik dat beeld fotograferen?’ Je moet toch wat vragen.
‘Het lijkt me dat dat geen probleem is’ knikt hij me vriendelijk terug.

Ik heb permissie!