Beelden van Kees Verkade

Vandaag werd bekend dat Kees Verkade is overleden, beeldend kunstenaar.
Ik ken één lezend beeldje van hem, het lezertje, in Boekhandel De Vries Van Stockum in Haarlem. Hij is vooral bekend geworden van zijn beelden van bekende Nederlanders. Zo heeft hij ook enkele schrijvers in brons gegoten, zoals Couperus.

‘Zoo ik iets ben, ben ik een Hagenaar.’ Louis Couperus 1863 – 1923.
Beeld staat op het Lange Voorhout in Den Haag, gemaakt in 1998.

Winterse schrijvers

Het was koud in Zürich. ’s Nachts was het begonnen te sneeuwen en een laagje wit bedekte de stad en de bergen erom heen. Ook James Joyce heeft een sneeuwjas aan.
James Joyce, geboren in Ierland in 1882, woonde lange tijd in Italië met zijn vrouw Nora en hun zoon. Tijdens de Eerste Wereldoorlog woonden ze in Zwitserland, waar Joyce begon aan Ulysses. In 1940 vluchtte het gezin opnieuw naar Zürich, waar hij een paar maanden later overleed.
Hij ligt begraven op het Friedhof Fluntern en op zijn graf staat zijn bronzen beeltenis.

De sneeuw zorgt voor een stemmige sfeer, maar het boekje in zijn linker hand is door de witte deken minder goed zichtbaar. 
Het beeld is gemaakt door de Amerikaanse kunstenaar Milton Hebald.

Naast Joyce ligt Elias Canetti. Op dit graf geen lezend beeld, maar de sneeuw zorgt voor prachtige letters. Niet direct een leeftijdgenoot (Bulgarije 1905 – Zürich 1994) maar evenals Joyce een groot schrijver. In 1981 won hij de Nobelprijs voor de literatuur.

Lezende schrijvers bij Amsterdamse Schouwburg

Op de plaats van de eerste Amsterdamse Schouwburg, aan de Keizersgracht (nummer 384), hangt dit beeld. ‘Hooft, Coster en Vondel, Pioniers van het Nederlands Toneel’ staat op de plakkette eronder. Verder staan er vier jaartallen vermeld: 1617, 1637, 1772 en 1983.

Deze schouwburg, van Jacob van Campen, was de eerste stadsschouwburg van Amsterdam, gebouwd in 1637, in 1772 afgebrand; alleen de poort van de schouwburg bleef behouden.
In 1983 is dit beeld onthuld.
Blijft over het jaartal 1617; dit jaartal verwijst naar de opzet van de Rederijkers.

De Rederijkers waren amateurdichters en voordrachtkunstenaars die zich vanaf 16e eeuw gingen organiseren in verenigingen. In 1617 richtten zij, onder leiding van toneelschrijver Samuel Coster, de ‘Academie’ op, naar Italiaans voorbeeld. Het doel was de verspreiding van kunst en wetenschap. In de loop van de welvarende Gouden Eeuw ontstond de behoefte aan een permanent theatergebouw. Jacob van Campen kreeg de opdracht dit theater te ontwerpen, ook weer naar Italiaans voorbeeld.
De schouwburg zou op 26 december 1637 officieel worden geopend met Vondels toneelstuk Gijsbrecht van Aemstel. Echter de leden van de kerkenraad verhinderden de première op tweede kerstdag. Zij beklaagden zich over een roomse scène in het stuk. Op 3 januari 1638 werd de schouwburg alsnog geopend met een aangepaste ‘Gijsbrecht’. De opvoering van dit toneelstuk is eeuwenlang een traditie geweest, aanvankelijk als kerstspel, later op nieuwjaarsdag. De traditie hield stand tot 1968. Toen nam de populariteit van de Gijsbrecht snel af, tradities verloren het van vernieuwing en de Gijsbrecht stond daarbij – als symbool van traditie – aan de verkeerde kant.

Begin deze eeuw is de traditie nieuw leven in geblazen, tussen 2012 en 2014 is het stuk weer een aantal keer opgevoerd op en rond nieuwjaarsdag in de Schouwburg van Amsterdam, nu aan het Leidseplein.

Waarom P.C. Hooft hier afgebeeld staat kan ik nergens terugvinden. Waarschijnlijk omdat hij, naast Joost van den Vondel, gezien wordt als een van de belangrijkste dichters en toneelschrijvers uit die tijd.

Gedenksteen voor Hella Haasse in Nieuwe Kerk

In de krant las ik dat Hella Haasse een gedenksteen krijgt in de Nieuwe Kerk. Op 2 februari is ze 100 jaar geleden geboren. De steen wordt op 1 februari officieel onthuld door haar kleindochters. Deze week was ik in de Nieuwe Kerk voor een tentoonstelling. De steen lag al klaar op schragen. 

Het eerste boek dat ik van Hella Haasse las, was Oeroeg; verplichte kost op de middelbare school. Iedereen weet dat zij het heeft geschreven. Maar bij verschijning, in 1948, stond de auteur niet op de omslag. Het was het boekenweekgeschenk dat in die jaren nog een prijsvraag bevatte; de lezer kon de auteur raden.
In de nalatenschap van mijn vader vond ik het originele geschenk. Het antwoordkaartje zat er nog in, hij heeft dus zijn oplossing niet ingestuurd. Maar hij had het toch fout, hij koos voor Jo de Wit, die naam staat onderstreept in het lijstje waar je toendertijd uit kon kiezen. Hij heeft ook de goede schrijversnaam later nog genoteerd in het boekje. 

De vader van Ot en Sien

Roden, in het noorden van Drenthe, is het dorp van Ot en Sien. Hindericus Scheepstra was een van de twee schrijvers van de verhalen van deze buurkindertjes. Hij werd in 1859 geboren in Roden en wordt daar geëerd met een standbeeld van Kiki Meyer. 

Iets verderop op de Brink staan de twee buurkindertjes.

Simon Vestdijk

Hij groeide op in Friesland, studeerde medicijnen in Amsterdam, werd scheepsarts maar gaf zijn artsenbestaan al snel op om zich helemaal aan het schrijven te wijden, vestigde zich vlak voor de oorlog in Doorn, overleed in Utrecht en ligt begraven in Den Haag: Simon Vestdijk (1898-1971). 
In Doorn, naast de kerk, wordt hij geëerd met een standbeeld. 
Weliswaar geen lezend beeld, maar een schrijvend beeld leest indirect natuurlijk ook.

Een beeld van Jaap te Kiefte, onthuld door Mieke Vestdijk, maart 2013.

Karlsruhe

Karlsruhe, we zijn er heel vaak langs gereden, op weg naar Frankrijk, Zwitserland, Italië. Het is er altijd druk, twee belangrijke Autobahnen komen daar samen. Dus flink opletten op het verkeer, om je heen kijken is er even niet bij. Karlsruhe heeft voor mij dus niet de naam van het rustige Karelsrust.
Dit jaar zijn we echt in de stad geweest. De stad doet z’n naam eer aan: prettige stad, gezellig centrum dat grenst aan een park met een Slot; de stad straalt rust uit.
Lezende beelden heb ik er niet gevonden, wel een schrijvend beeld, van Wilhelm Lübke, Professor der Kunstgeschichte. Hij staat naast de Fakultät für Architektur, in de Englerstrasse.

Dagje Antwerpen

Een dagje Antwerpen kan natuurlijk niet zonder Willem Elsschot. Op het Mechelseplein staat zijn standbeeld, met – natuurijk – een boek in zijn hand. In het hoekje van de foto zit Jacob te wachten tot ik klaar ben met mijn fotosessie.

Willem Elsschot – pseudoniem van Alphons de Ridder (1882-1960) – was een Vlaamse romanschrijver en dichter. Zijn bekendste titels: Lijmen / Het been en Kaas.
Op de plaquette staat: ‘Het beeld werd gerealiseerd door Radio 2 en de Kamer van Koophandel en Nijverheid van Antwerpen’
Het beeld is gemaakt door de Antwerpse kunstenaar Wilfried Pas. 

Ook veel lezende beelden in Dresden

Leipzig is een echte boekenstad van origine, maar Dresden mag er ook zijn. Zo is Erich Kästner in Dresden geboren. Hij wordt geëerd met een mooi beeldje.

Maar  het bijzonderste beeldje vond ik toch wel dit groepje kinderen in de Pfarrgasse. Op de achtergrond vier klassieke koorknapen met in hun hand het zangboek Das treue Deutsche Herz. En een modern koorknaapje dat er bijna anderhalve eeuw later bijgezet is. Het beeld is een ‘Denkmal’ voor Julius Otto, koordirigent en componist. Het beeld is gemaakt door Gustav Kietz in 1886 en aangevuld door Niklas Klotz in 2010.

Een lezende schrijver: Godfried Bomans

Vorig jaar stond ik voor een dicht hek toen ik onze Godfried wilde fotograferen. Het Haarlemse stadstuintje waar Bomans staat, de Wijngaardtuin, is alleen door de weeks open. Maar op deze vrije vrijdag kon ik dan toch het tuintje in.
‘Humor is het vermogen de dingen betrekkelijk te zien’, staat onder het beeld.

Ter herinnering aan de schrijver en
Haarlemmer Godfried Bomans (1913-1971)