Het lezertje in Vught

Dit lezertje staat in de bibliotheek in Vught. Het staat in een hoekje naast de trap.

Tijdens een schrijfworkshop schreef een van de deelnemers dit verhaaltje erbij:

Het lezertje
Zo verstopt in een hoekje, zit je daar te lezen. Benen over elkaar geslagen, boek op schoot. Onbeweeglijk, roerloos als een reiger, staar je in je boek. Helemaal alleen in je eigen wereld, omringd door de figuren in je boek. Ik ben benieuwd naar het verhaal dat je zo in de ban heeft. Je leest, niets kan je afleiden. Vergenoegd, verstild, zo helemaal opgaand in het verhaal. Je zucht er nog net niet bij van genoegen.

Maar niet alleen dit lezertje trok mij naar Vught, ook de bijzondere bibliotheek. Die zit namelijk in een kerk.

Rondslenteren

Passeggiata is de naam van dit beeld. Het wordt vertaald met rondslenteren.
Ik zie zelf niet helemaal wat hier onder rondslenteren verstaan wordt. Met een boek in je hand struikel je al snel als je wat rondloopt. Maar misschien is het wel rondslenteren in het boek, beetje bladeren, hier en daar stukje tekst lezen.

We zagen dit beeld in het Civico Museo Revoltella, in Triëst.
Het is van Quirino Ruggeri, gemaakt in 1933.

Mooiste van de drie

Het mooiste van de drie schrijversbeelden in Triëst vind ik toch wel Gabriele D’Annuzio, op het Piazza della Borsa. Een lezende schrijver, geleund op een stapel boeken.
We liepen er meteen de eerste ochtend al tegenaan toen we wilden schuilen voor de regen.

Op een zonniger moment ben ik teruggegaan om meer foto’s te maken.

Arma la prora e salpa verso il Mondo – Bewapen de boeg en vaar richting de wereld, staat geschreven bij zijn standbeeld.

Het leven is origineel

La vita non è né brutta né bella, ma è originale – Het leven is niet mooi of lelijk, maar origineel.
Het is een uitspraak van de Italiaanse schrijver Italo Svevo. In Triëst – zijn geboorteplaats – wordt hij geëerd met een standbeeld.

Net als James Joyce heeft hij een boek in zijn hand. Al staat Svevo op een minder prominente plaats. De schrijvers hebben elkaar gekend, en zijn zelfs bevriend geweest. Joyce gaf Svevo Engelse les, zodat Svevo ook de hele Engelstalige literatuur tot zijn beschikking had.

Italo Svevo (1861-1928) werd geboren in Triëst als Aron Hector Schmitz. Svevo is zijn pseudoniem.
Het standbeeld staat op het Piazza Attilio Hortis en is gemaakt door Nino Spagnoli, 2004.

James Joyce

Ik fotografeerde al eerder zijn graf, in Zurich. Daar is hij gestorven.
Nu heb ik zijn beeld in Triëst gefotografeerd. Hij heeft meer dan 10 jaar in deze Italiaanse stad gewoond, samen met zijn vrouw Nora.
Hier loopt hij, met boek onder zijn arm, op de Ponte Rosso over het Canal Grande.

Op de plaquette bij zijn voeten staat een citaat uit een brief aan Nora: La mia anima è a TriesteMijn ziel ligt in Triëst.

In dit roze gebouw heeft hij een tijdje gewoond.

James Joyce (1882-1941) is geboren in Dublin en heeft ook kortere en langere periodes in Parijs gewoond.

Visionair reclamemaker

In Piran, aan de kust van Slovenië, loop ik tegen dit monumentje op. Een stapel boeken in de vorm van de stad Piran op de pier van de stad.

Het is gemaakt voor Dragan Sakan (1950-2010), een Joegoslavische reclame-pionier. Deze man heeft veel betekend voor de reclamewereld. Hij was zowel een creatieve geest, als ook een organisatorisch groot talent.

Het monument is gemaakt door Slavisa Savic en Milan Stosic. Toen hij plotseling overleed, wilden zij op zijn favoriete plekje een monument maken met een van zijn favoriete ideeën: de stad Piran gemaakt van boeken, die er eigenlijk uitziet als een tafel van een of andere renaissancemeester.

Goed herkenbaar is de hoge kerktoren en het centrale plein aan de haven.

Buiten Ljubljana meer geluk

In Ljubljana heb ik maar één lezend beeld gevonden. In Maribor en Celje heb ik meer geluk.
In Maribor, een universiteitsstad in het oosten van Slovenië, vind ik dit beeld van Anton Martin Slomšek (1800-1862). Hij was een Sloveens schrijver, dichter en bisschop van het bisdom Maribor. Mooi detail: tijdens zijn middelbare school was hij een klasgenoot van de grote dichter France Prešeren. Als bisschop heeft hij zich erg ingezet voor het onderwijs. Hij heeft dan ook een prominente plaats voor de universiteit van Maribor, waar het plein zijn naam draagt: Slomškov trg.

Verderop in Maribor, op het centrale plein Glavni trg, staat een fontein met een beeldengroep. Eén beeld heeft een boek in zijn hand.

In Celje, een plaats in midden-Slovenië, vind ik dit beeld. Of het nog helemaal verantwoord is met al die schandalen in de katholieke kerk, weet ik niet. De pastoor houdt het jongetje wel heel strak omklemd. Maar het is wel een mooi beeld van een lezend koppel.

De twee meisjes hebben zo’n dikke boek duidelijk niet meer nodig voor hun verhalen. Terwijl ze wachten tot hun vioolles begint, vermaken ze zich met leuke filmpjes op hun mobieltje.

Rastoča knjiga – groeiboek

Op een van onze laatste dagen in Ljubljana ontdekken we gelukkig nog dit bijzondere boekenbeeld: Meisje met groeiboek.

Het meisje zit op ringen die symbool staan voor de Sloveense taal, de Sloveense cultuur en de Sloveense natie. Op elke ring staat een tekst uit de Sloveense literatuur. Ieder jaar groeit de pilaar met een nieuwe ring.

Het beeld is geplaatst in 2010, toen Ljubljana de titel kreeg UNESCO City of Literature. Het is gemaakt door Jernej Mali en staat in het park Severni park Navje.
Nu, anno 2023, heeft het beeld inderdaad 13 ringen.

Prešeren, de grote held van Slovenië

De vakantie is begonnen, en daarmee de jacht op boekenbeelden. Op het centrale plein in Ljubljana staat France Prešeren, met een boek in zijn hand. Ik had nooit van deze man gehoord, maar hij is de grote held van Slovenië. Hij wordt gezien als de grootste Sloveense dichter en speelde een belangrijke rol in de beweging voor zelfbeschikking van Slovenië.
Hij wordt alom geprezen en geëerd: In Ljubljana dus een groot Prešeren-monument. Talloze straten, scholen en bibliotheken zijn naar hem vernoemd. Het biljet van 1000 tolar droeg de beeltenis van France Prešeren en de twee-euromunt draagt nu zijn profiel, en sinds 1989 is zijn gedicht Zdravljica het officiële volkslied van de Sloveense republiek.

France Prešeren (1800-1849), op het Prešernov trg in Ljubljana.

Ook in verhalen die in Slovenië spelen, kom ik Prešeren steeds tegen.
Paolo Coelho schrijft in zijn boek Veronica besluit te sterven:
“Op een middag liep ze langs het standbeeld van Prešeren, de grote Sloveense dichter. Ze dacht na over het leven van die man. Hij was vierendertig geweest toen hij op een dag een kerk inliep en er een meisje zag, een tiener nog, op wie hij hopeloos verliefd werd. Als een oude minstreel begon hij Julia Primic, zoals ze heette, gedichten te schrijven, in de hoop haar eens te kunnen trouwen. 
Het toeval wil dat Julia tot een deftige bourgeois familie behoorde, en afgezien van die ene keer in de kerk lukte het Presens nooit meer om in haar nabijheid te komen. Die toevallige ontmoeting inspireerde hem wel tot zijn beste verzen en schiep de legende rondom zijn figuur. Op het kleine stadsplein van Ljubljana staat het standbeeld van de dichter. Zijn ogen zijn strak op één punt gericht: wie zijn blik volgt, ontdekt aan de overkant van het plein een gezicht van een vrouw die is uitgehouwen in de muur van een van de huizen. Daar woonde Julia. Zelfs na zijn dood behoudt Prešeren tot in de eeuwigheid uitzicht op zijn Onmogelijke Liefde.”

En ook Peter Vermeersch beschrijft in zijn boek Ex, de liefde voor Julija:
“Toen ik zojuist hier aankwam om op Anja te wachten, op het zonnige plein naast Tromostovje, de Drie Bruggen, waande ik me op een perfecte citytrip, een tot leven gekomen vakantiefoto in een glanzend magazine. Ik zag overvolle terrassen naast een pannenkoekenkraam, hoorde de beat van Lady Gaga op de achtergrond, en boven de mensen torende het standbeeld van een negentiende-eeuwse nationale dichter: France Prešeren.
‘France Prešeren was een wrak’ zegt Anja. ‘Hij was aan de drank, scheet en piste in z’n broek en was depressief. Maar hij heeft de prachtigste poëzie geschreven die ik ken. Wanneer ik zijn Sonnetten voor Julija lees, dan springen de tranen me in de ogen. Wat een ongelukkige liefde: hij hield van Julija, zij liet hem stikken.’”

De student

Bij de voormalige Latijnse school in Gemert zit deze lezende jongen.

In 2007 vierde de Gemertse boekhandel Firma Wijn hun 100-jarig bestaand. Ter gelegenheid van dit jubileum is er geld ingezameld voor een kunstwerk. Er is gekozen voor een beeldje bij de ingang van de Latijnse School, waar nu het gemeentearchief huist. Het werd een student met een stapeltje boeken. Boeken uiteraard het handelsmerk van de Firma Wijn en ook het symbool voor opslag van boeken in het gemeentearchief.
Het beeldje is van Lia Krol, staat op de Ruijschenberghstraat en is onthuld in 2008.